GLANZENDE GEHEIMENIS - 150 jaar P. C. Boutens
zaterdag 11 September
Ter gelegenheid van het 150e geboortejaar van de grote Zeeuwse dichter P.C. Boutens, voert Mokum Symphony o.l.v. Joan Berkhemer, voormalig dirigent van het Zeeuws Orkest, 'Beatrijs' uit, zijn lyrische bewerking van een middeleeuwse legende, op muziek van Alexander Voormolen (1895-1980), gecomponeerd in 1921. Voordrachtskunstenaar Simon Mulder zal samen met verschillende strijkers van Mokum Symphony dit declamatorium ten gehore brengen. De compositie, oorspronkelijk voor piano en voordracht, werd door Joan Berkhemer bewerkt voor strijkkwintet.
Daarbij wordt ook de bloemlezing Glanzende geheimenis gepresenteerd, een keuze uit de gedichten van Boutens door Simon Mulder.
Voor de pauze zullen de strijkers samen met klarinettiste en Mokum-kernlid Heleen Oomen hun vergaarde kennis over historische uitvoeringspraktijk van de muziek van Johannes Brahms toepassen op een uitvoering van zijn beroemde en wonderschone klarinetkwintet, een werk uit 1891.
Voorafgaand aan beide stukken brengt liedduo Jeroen Sarphati (piano) en Renate Arends (sopraan) prachtige liederen op zijn gedichten van de ietwat vergeten Nederlandse componisten Zweers, Roest Crollius, Van de Brandeler en diezelfde Voormolen.
Met strijkers van Mokum Symphony Joan Berkhemer (viool), Rada Ovcharova (viool), Anna Den Herder (altviool), Gijs Kramer (altviool), Nadia David (cello).
Programma:
Maanlicht – Bernard Zweers/P. C. Boutens
Laat mij nimmermeer... - Bernard Zweers/P. C. Boutens
Klarinetkwintet in b-mineur op. 115 (Johannes Brahms)
PAUZE
Morgenlijk verwachten – Barend Roest Crollius/P. C. Boutens
Vrede – Henriette van de Brandeler/P. C. Boutens
Ik zag de schemerlijven... – Alexander Voormolen/P. C. Boutens
Beatrijs (Alexander Voormolen/P. C. Boutens, arr. Joan Berkhemer)
OVER P. C. BOUTENS
P.C. (Pieter Cornelis) Boutens (1870–1943) groeide op in Middelburg, in een streng-protestants gezin. Het jaar waarin Boutens debuteerde in de Utrechtsche Studenten Almanak, ging een van Brahms' mooiste late werken, het Klarinetkwintet in b-mineur op. 115 (1891), in première. Na een carrière als leraar klassieke talen op de jongenskostschool Noorthey te Voorschoten vestigde hij zich in Den Haag. Daar kon hij zich met het geven van privélessen en door steun van vrienden en bewonderaars meer richten op de literatuur. Zijn werk getuigt van de filosofie van Plato: de ziel neigt boven het aardse leven uit, naar een hogere wereld. Naast dit zienerschap heerst in zijn werk ook een zwijgen: dit hogere kan slechts bij benadering in woorden uitgedrukt worden – en daarnaast moest hij tevens zijn homoseksualiteit verzwijgen. In zijn gedichten viert hij de schoonheid van de natuur, zijn godsbesef en de verheven liefde die boven leven en dood uitstijgt. Boutens' dichtwerk toont verwantschap met dat van Herman Gorter en J.H. Leopold, maar vindt in zijn latere bundels zijn eigen weg, in een rijke, glanzende stijl, die voor de aandachtige lezer diepe geheimen ontvouwt. Brahms is net als Boutens een laat-19e-eeuwse Romanticus met een sterke protestants-christelijke levensvisie.
i.s.m. St. Kamermuziek Zeeland
Terug naar overzicht