Péter Tóth - Pianorecital
zaterdag 07 Oktober
Doorgaans beginnen concertpianisten op zeer jonge leeftijd met hun studie. Péter Tóth (1983) raakte pas op zijn 11e voor het eerst een piano aan. Dat gebeurde bij een buurman om de hoek, want thuis stond er geen. Het was liefde op het eerste gezicht. Al snel werd hij ingeschreven bij de muziekschool in zijn woonplaats Békéscsaba in zuid-oost Hongarije. Drie jaar later werd hij toegelaten tot de Franz Liszt Muziekacademie in Boedapest in de voorbereidingsklas voor uitzonderlijk talent. In 2000 en 2001, nog steeds in de vooropleiding, won Péter Tóth de Internationale Franz Liszt Competities in Weimar en Boedapest. Na zijn eindexamen in 2008 vertrok hij naar de Verenigde Staten. In 2013 rondde hij zijn PhD studie Doctor of Musical Arts af aan de Universiteit van Texas (Austin). In hetzelfde jaar won hij de prestigieuze Paderewski Piano Competition te Los Angeles, waarbij hij de uitnodiging ontving om voor de Poolse regering op te treden. Eind 2015 honoreerde de Amerikaanse overheid zijn aanvraag om zich permanent in de VS te vestigen. Met zijn echtgenote woont hij in New Jersey waar hij zijn internationale carrière verder inhoud geeft. Sinds september 2016 is hij bovendien verbonden als docent aan de Rutgers University. In 2011 had hij zijn solo-debuut in Washington DC. Behalve in de Verenigde Staten maakte Péter Tóth in de afgelopen jaren tournees door Hongarije, Polen, Oostenrijk, Oekraïne, Rusland (o.a. het Tsjaikovsky Conservatorium in Moskou), Engeland, Schotland, Frankrijk, Nederland, Duitsland, Zwitserland, Zuid-Korea, Costa Rica en Japan.
Péter Tóth maakte zijn eerste Liszt-CD in 2005 en in 2006 volgde een CD met late pianowerken van Liszt. Daarmee won hij de Grand Prix International du Disque, hem toegekend door de Budapest Liszt Society (www.petertothpianist.com)
Robert Schumann kreeg zijn liefde voor muziek, literatuur, cultuur en wetenschap van huis mee. Zijn moeder kon prachtig zingen en zijn vader had een uitgeverij en boekhandel. Op jeugdige leeftijd al toonde hij zijn uitzonderlijk muzikale talent, waarbij hij zich het meest tot de piano aangetrokken voelde. Papillons is een suite van twaalf korte walsen, een levendige collage van muzikale miniaturen. Het in 1831 voltooide werk begint met een motief dat tegen het slot bijna nog verder weg raakt dan het verdwijnpunt.
Kort nadat Johannes Brahms zijn opus 1 had voorgespeeld, schreef Schumann een artikel in Das Neue Zeitschrift für Musik. Daarin prijst hij Brahms als 'de man die is voorbestemd om op de meest ideale manier de geest van de tijd uit te drukken‘. De monumentale openingsmaten van de 1e Sonate roepen dikwijls associaties op met het begin van Beethovens ‘Hammerklavier’- Sonate op.106. Het thema van het Andante is een oud-Duits liefdeslied dat in vier variaties is uitgewerkt. Verstohlen geht der Mond auf. Blau, blau Blümelein! Durch Silberwölkchen geht sein Lauf. Blau, blau Blümelein! Rosen im Tal, Mädel im Saal, o schönste Rosa. Het Scherzo is een ‘jachtstuk’ met een lyrisch midden-deel, een Trio. De Finale is gebaseerd op een stormachtig eerste thema en twee lyrische neventhema’s. Een daverend coda is de apotheose van de sonate.
Probeer maar eens een Hongaar te vinden die niet weet wie Franz Liszt was en waarom hij zo nauw verbonden is met de nationale identiteit. Liszt liet zich inspireren door vele gedichten en kunstwerken bij het componeren van de Années de pèlerinage. In drie cycli bundelde Liszt zijn Pelgrimsjaren in de vorm van muzikale dagboeken met natuur-schilderingen, reisimpressies, indrukken van schilderijen en literaire overpeinzingen. De werken zijn bovendien nauw verweven met zijn privéleven. Zo was zijn romantische vlucht met de gehuwde gravin Marie d’Agoult naar Zwitserland en later Italië aanleiding voor het schrijven van de eerste twee bundels. In Zwitserland liet de nog jonge componist zich inspireren door de natuur, de poëzie van Byron en de roman Obermann van Sénancour. In Italië werd hij vooral door de renaissancekunst getroffen. In de jaren die op de liefdes-affaire volgden, boekte Liszt als concertpianist in heel Europa ongeëvenaarde successen. In 1847, na een recital in de Oekraïense stad Elisabethgrad, besluit hij radicaal te stoppen met zijn leven als rondtrekkend virtuoos. Schoon genoeg had hij ineens van smachtende dames die zijn vingertoppen kusten, die vochten om zijn sigarenpeuken en die zijn laatste slokje thee of sterkers opdronken. Bovendien meende hij in Carolyne Iwanowska, prinses Nicolas de Sayn - Wittgenstein de vrouw te hebben leren kennen met wie hij zijn leven wenste te delen om ook zijn artistieke ambities te kunnen waarmaken. De bijna tien jaren van uitputtende recitals waren echt voorbij toen Liszt in 1848 de functie van Hofkapell-meister in Weimar accepteerde, een functie die hij tot 1861 zou vervullen. Zijn religieuze roeping kreeg in zijn verdere leven steeds meer de overhand. Virtuositeit zou plaats maken voor soberheid en ingetogenheid. De horizon van de derde cyclus, die zo'n dertig jaar na de eerste twee ontstond, reikte veel verder. Een brug naar de 20e eeuw was gelegd.
Aanvang inleiding 19.15 uur in de Salon van de Concertzaal Middelburg.
Terug naar overzicht